Uitbreidingen 19de eeuw
Al snel na de opening van Teylers Museum wordt de Ovale Zaal te klein voor de nieuwe verzamelingen en vele activiteiten. In 1826 opent een vleugel met op de begane grond twee zalen, voor lezingen en voor de collectie geologie, en boven een Leeszaal met bibliotheek. De benedenzalen dienen achtereenvolgens als paleontologisch museum, demonstratieruimte en schilderijenzaal. Tegenwoordig zijn ze ingericht als tentoonstellingsruimte voor de Numismatische collectie en Prentenkabinet.
Leeszaal
Vanaf 1826 krijgt het publiek toegang tot de nieuwe Leeszaal. Hier maken geleerden, intellectuelen en geïnteresseerden graag gebruik van. Met hun toegangsbewijs komen ze langs om de nieuwste en meest kostbare boeken te bestuderen, die speciaal zijn aangeschaft voor studenten en onderzoekers zonder financiële middelen. Tegenwoordig staan achter de groene gordijnen de botanische boeken: alle kennis over planten van de 17de tot en met de 20ste eeuw.
Numismatisch kabinet
Deze zaal was ooit bedoeld voor de verzameling geologie, fossielen en gesteenten. In 1888 wordt dit het Numismatisch kabinet. De stenen verhuizen naar een andere zaal en hier komt een nieuwe inrichting, met vitrines en laden voor munten en penningen. De numismatische collectie wordt daardoor toegankelijk voor iedereen. Bezoekers kunnen voortaan, zonder afspraak, zelf de laden openen om historische schatten te ontdekken. Tegenwoordig liggen de meeste stukken in een kluis en is een deel in de vitrines te zien, inclusief enkele topstukken.
Prentenkabinet
De raamloze ruimte voor lezingen en demonstraties wordt later ingericht met schilderijen. Maar vanwege de slechte lichtinval verhuizen die in 1838 naar de nieuwe Schilderijenzaal. Nu zijn hier alleen nog prenten en tekeningen te zien, omdat kunst op papier geen daglicht verdraagt. Sinds 1996 voldoet de zaal aan alle klimaat- en lichteisen voor werken op papier, die vanwege hun kwetsbaarheid maar tijdelijk te zien zijn. Wel zijn vele topstukken als reproductie van dichtbij te bekijken in de Eerste Schilderijenzaal.
Eerste Schilderijenzaal
In 1838 krijgt Teylers Museum een zaal voor ‘hedendaagse’ kunst: alle schilderijen hier zijn gemaakt aan het einde van de 18de eeuw en in de eerste helft van de 19de eeuw. Ook de indeling is eigentijds en weerspiegelt de smaak van de romantische cultuurbeweging in Nederland. De schilderijen hangen in rijen boven elkaar, symmetrisch verdeeld over de wand. Hier kun je als bezoeker ook zelf aan de slag: in de kasten liggen mappen met tekeningen en prenten om aan tafel te bestuderen.
Tweede Schilderijenzaal
In de 19de eeuw groeit de schilderijencollectie zó snel dat een tweede toonzaal nodig is. In 1893 is de zaal voltooid. De werken van levende Nederlandse kunstenaars krijgen hier een plek, onder meer van de Haagse School. Anders dan in de tijd van de Eerste Schilderijenzaal zijn schilderijen in rijen boven elkaar niet meer in de mode: in de Tweede Schilderijenzaal heersen ruimte en ruste. De monumentale bank nodigt uit om te onthaasten en te observeren.