Ga naar hoofdinhoud
Charles Howard Hodges, Portret van Martinus van Marum, ca. 1826.

Martinus van Marum

Eerste directeur van Teylers Museum van 1784 tot 1837

Martinus van Marum (1750-1837) was een veelzijdig, experimenteel ingesteld wetenschapper met voorliefde voor de botanie en de fysica.

Van Marum studeerde in Groningen natuurfilosofie en medicijnen. Daar werd hij sterk beïnvloed door Petrus Camper. Hij promoveerde in 1773 ten overstaan van stadhouder prins Willem V op een plantenfysiologisch onderwerp. Maar zijn lust in de botanie bekoelde toen hij, ondanks toezeggingen, niet de opvolger van Petrus Camper als hoogleraar werd.

Hij wierp zich nu met volle overgave op de elektrostatica. In 1776 vestigde hij zich te Haarlem als arts. Al snel werd hij benoemd tot stadslector en hij kreeg een functie bij de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Vanaf 1779 was hij lid van Teylers Tweede Genootschap en in 1784 werd hij directeur van Teylers Museum. In die hoedanigheid is hij de grondlegger van het Fysisch Kabinet, het Paleontologisch-Mineralogisch Kabinet en de Bibliotheek.

Barent de Bakker, De Grote Electriseermachine van Martinus van Marum in de Ovale Zaal van Teylers Museum, 1800.

Barent de Bakker, De Grote Electriseermachine van Martinus van Marum in de Ovale Zaal van Teylers Museum, 1800.

Charles Howard Hodges, Portret van Martinus van Marum, ca. 1826.

Charles Howard Hodges, Portret van Martinus van Marum, ca. 1826.

Aanvankelijk verrichtte hij elektrostatisch, -chemisch en -fysiologisch onderzoek met behulp van zijn grote elektriseermachine. Hij introduceerde het nieuwe chemische stelsel van Lavoisier en diens zuurstoftheorie in dit land. Later verschoof zijn belangstelling naar paleontologie en mineralogie en tenslotte keerde hij weer terug tot de plantkunde. Hij had vanaf 1804 een eigen tuin aan het Zuider Buiten Spaarne (Plantlust) en voerde een uitgebreide, internationale correspondentie om planten en zaden te bemachtigen. Door zijn toedoen kwam in de Bibliotheek de nadruk te liggen op deze tak van wetenschap, gevolgd door de andere vakken van de natuurlijke historie.

Op het gebied van fossielen en mineralen deed hij belangrijke aankopen, zoals de mosasaurus, de zondvloedmens en een grote verzameling kristalmodellen. Als natuurwetenschapper en medicus was zijn benadering sterk praktisch, op nut gericht. Hij heeft zich bijvoorbeeld bezig gehouden met bliksemafleiding, de verbetering van de snelkookpan en de ontwikkeling van een beademingsapparaat voor drenkelingen.

Vanaf 1794 was Van Marum ook secretaris van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, waardoor hij in contact stond met honderden binnen- en buitenlandse geleerden. Tot zijn taak behoorde ook het opstellen van prijsvragen en betrokkenheid bij de beoordeling van de ingezonden antwoorden.

Site logo

Bezoekersinformatie

Openingstijden
Dinsdag t/m zondag 10:00 - 17:00

Adres
Spaarne 16, 2011 CH Haarlem

Volg ons

Blijf op de hoogte