1735
Geestelyke Natuurkunde.
Scheuchzer, Johann Jacob (1672-1733), Halen, Florentius H.J. van, Tijsens, Gijsbert (1693-1732), Broek, Lambertus van den (1682-1743)
Objecttype
Boek
Uitgever
Petrus Schenk, Kost- en Kaartverkooper in de Warmoestraat over de Vissteeg, in den Visschers-Atlas
Wat zijn fossielen eigenlijk? Hebben die planten en dieren ooit bestaan? Johann Jakob Scheuchzer, natuuronderzoeker en stadsarts van Zürich, weet raad. Als directeur van de stadsbibliotheek en natuurkabinet verricht Scheuchzer zelf wetenschappelijk onderzoek. Hij publiceert zijn bevindingen in de Herbarium Diluvianum (herbarium van de zondvloed) uit 1709: voor hem was de zondvloed de enige mogelijke verklaring voor het bestaan van fossielen.
Dertig jaar later, in zijn Physica sacra, gaat Scheuchzer nog verder. Het boek wordt vertaald naar het Nederlands als Geestelijke Natuurkunde. Hierin behandelt Scheuchzer de de Bijbelse verhalen uit Genesis, zoals de schepping, de zondvloed en de toren van Babel op een wetenschappelijke manier. Hij berekent hoe groot de ark van Noach moest zijn geweest en toont fossielen die door de zondvloed zouden zijn ontstaan, zoals de Zondvloedmens. De regenboog als natuurkundig fenomeen, én als teken van Gods belofte en hoop? Bij Scheuchzer kon het allebei. Toch zagen velen Scheuchzers Physica Sacra als ketterij: door voorrang te geven aan wetenschappelijke redeneringen betwijfelde Scheuchzer de juistheid van sommige verhalen uit de Bijbel.