23 mln. - 5 mln. jaar geleden (Mioceen)
Homo diluvii testis
Andrias scheuchzeri Tschudi, 1837
Objecttype
Fossiel
Vindplaats
Europe | Germany | Baden-Württemberg | Öhningen | Schiener Berg, Oeningen/Oehningen, Schiener Berg : BWu : D
Dit fossiel is beroemd in de wereld van de paleontologie: de wetenschap die aan de hand van versteende resten van organismen de evolutie van het leven op aarde reconstrueert. Johann Jakob Scheuchzer, stadsarts van Zürich, presenteert het versteende skelet in 1736 als bewijs voor de zondvloed. Volgens hem zijn fossielen het gevolg van die Bijbelse vloed, waarmee God de zondige mensheid wilde straffen. In dit geraamte ziet Scheuchzer de overblijfselen van een zondig persoon, verdronken tijdens de wereldwijde overstroming: de ‘zondvloedmens’.
Scheuchzer behandelt het geval uitvoerig in zijn grootse werk Physica sacra, waarin hij Bijbelse verhalen probeert te verklaren vanuit natuurwetten. Zijn focus op de wetenschappelijke verklaring van het heilige boek beschouwen veel christelijke tijdgenoten als ketterij.
De zondvloedmens wordt onderwerp van een verhit debat. In 1802 koopt directeur Martinus van Marum het fossiel voor Teylers Museum – en lost het probleem daarmee definitief op: de anatoom Georges Cuvier, die het fossiel hier in 1811 bestudeert, bewijst dat het gaat om een grote salamander. De zondvloedmens en zijn verhaal vind je in de Tweede Fossielenzaal.