Het is een gezellige boel op deze tekening: er wordt geproost, gedronken en gelachen. Op de voorgrond speelt een jongetje met een hond, in het midden heeft een dansend koppel veel bekijks en achterin bij de schouw vindt een innig gesprek plaats.

Met zijn schilderijen en gekleurde tekeningen van boerengezelschappen biedt Adriaen van Ostade een inkijkje in het leven van boeren en dorpelingen in de 17de eeuw. Tegelijkertijd is de gezellige wanorde een geromantiseerde verbeelding van de werkelijkheid. Deze feestvierende mensen moesten overdag hard werken op het land of in de stad om hun geld te verdienen, maar dat zien we op deze tekening niet terug.

Van Ostade was een leerling van Frans Hals, de beroemde portretkunstenaar uit Haarlem. Op zijn beurt was Van Ostade weer de leermeester van Jan Steen. Alle drie maakten ze furore met humoristische voorstellingen, een genre dat vooral door Haarlemse kunstenaars werd beoefend. Ook in de 19de eeuw waren Van Ostades voorstellingen geliefd. In 1864 betaalden Directeuren van Teylers Stichting maar liefst 1350 gulden voor dit getekende exemplaar.