Een ontmoeting met Willem de Famars Testas
Kunstenaar Willem de Famars Testas (1834-1896) neemt een uitzonderlijke en onderbelichte plek in de 19de-eeuwse Nederlandse schilderkunst in. Als jonge kunstenaar reisde hij twee keer naar Egypte in een periode waarin maar heel weinig Nederlanders dat deden, tochten die zijn werk diepgaand zouden beïnvloeden.
Eerste reis naar Egypte
In 1858 vertrok hij voor de eerste keer naar Egypte als begeleider van de befaamde Franse egyptoloog, schrijver en avonturier Émile Prisse d’Avennes (1807-1879). Hij reisde gedurende twee jaar via Caïro de Nijl af en assisteerde Prisse, samen met de fotograaf Éduard Jarrot (1835-1873), bij het in beeld en in kaart brengen van vele monumenten uit zowel de oudheid als het eigentijdse Egypte. Na terugkeer naar Europa in 1860, gebruikte Prisse de enorme hoeveelheid informatie en afbeeldingen die zij hadden verzameld voor twee luxueuze publicaties: L’Art Arabe (1877) en Histoire de l’Art Égyptien (1878) – kostbare boeken die direct werden verworven voor de bibliotheek van Teylers Museum.
Ermé Désiré (1830-ca. 1885),Boter- en kaashandelaar, 1865-68, Foto, 234 x 188 mm.
Collectie Teylers Museum.
Ermé Désiré, 'Boutique de tailleur', 1865-1868.
Collectie Teylers Museum.
Oriëntalist
Testas zou zich dankzij deze indrukwekkende ervaring ontwikkelen tot een zogeheten ‘oriëntalist’, maker van oosterse dromen voor een Europees publiek, een in Nederland op dat moment uniek specialisme. Op basis van zijn ervaringen in Egypte, en met behulp van tekeningen, foto’s en andere hulpmiddelen gaf hij na terugkeer in Europa in aquarellen en olieverfschilderijen een schijnbaar realistische blik op het leven in het Midden-Oosten. Hij had daarmee dusdanig succes dat hij tien jaar later een tweede oosterse reis kon maken, ditmaal niet als assistent maar als gelijkwaardig lid van een groep Franse oriëntalisten onder leiding van de beroemde schilder Jean-Léon Gérôme.
Willem de Famars Testas, 'Binnenplaats van een huis te Caïro', 1868-1881.
Rijksmuseum, Amsterdam.
Teylers Museum bezit een grote groep tekeningen en aquarellen van Testas, deels direct aangekocht in de 19de eeuw. Samen met werken uit andere verzamelingen, en met het dagboek dat hij van zijn reis bijhield, geeft het een mooi beeld van hoe zijn Egyptische reis het werk van Testas beïnvloedde. En hoe hij in zijn aquarellen en schilderijen het beeld van Egypte vervormde om te voldoen aan Europese ideeën over de Arabische wereld.
“Die drukte en bedrijvigheid die hier heerscht, is zeer curieus: overal ontmoet men kameelen, ezels en paarden, beladen met allerlei dingen, voorts zwermen van ezels, die men overal vindt met hunne jongens.”
Caïro
Iedereen die wel eens in Caïro is geweest, weet wat een kolkende massa van mensen en verkeer het is. Voetgangers, auto’s, paarden, fietsen, ezels en brommers, alles krioelt door elkaar. Dat was in 1858 weinig anders. Testas was enorm onder de indruk van het drukke straatleven in de Egyptische hoofdstad, heel anders dan hoe hij het kende in het rustige Nederland. In Caïro woonden in het midden van de negentiende eeuw zo’n 300.000 mensen, in zijn geboorteplaats Utrecht nog geen 50.000. Gefascineerd maakte Testas talloze schetsen van de mensen, dieren en gebouwen. Na terugkeer in Europa gebruikte hij zulke tekeningen, soms ook in combinatie met door anderen gemaakte foto’s, als basis voor tot in detail uitgewerkte aquarellen.
“De stad is zeer pittoresk, vooral het Turksche gedeelte waar de bazars zijn. De bazar is niet eene enkele winkel, maar eene nauwe straat overdekt met zijlen en planken, waarin zich aan weerzijden kleine winkels of vierkante hokken bevinden, alwaar de kooplui gerust zitten te rooken en geen empressement hoegenaamd hebben om je iets aan te smeren.”
Willem de Famars Testas, 'Oostersche winkel', 1860-1872.
Stereotypering
Voor Testas’ Europese tijdgenoten moet deze aquarel van een winkel eruit hebben gezien alsof het een snapshot was van het dagelijks leven in Caïro. Een vergelijking met de tekeningen en foto’s maakt duidelijk dat Testas alles net wat meer opgepoetst en geposeerd weergaf. Hij maakte het ‘oriëntaalser’, zodat het voldeed aan het Europese idee van Egypte als exotische plek. Vooral van de rijk uitgedoste man links is moeilijk voor te stellen dat deze daadwerkelijk zo gekleed bij een winkeltje zou staan. Bovendien doet hij iets waarvan iedereen uit de Arabische wereld weet dat het zo niet gaat: hij rookt staand met een kleine shisha-pijp in zijn hand. Er stijgt nog net een kringeltje rook op uit de opening. Shisha wordt echter altijd zittend gerookt met de pijp op de grond of op tafel. Met zijn nonchalante houding, pijp in de hand, twee pistolen in de doek om zijn middel en zijn blik op de vrouwen, past de man vooral goed in het plaatje dat in Europa bestond van mannen uit de Arabische wereld. Europeanen zagen die wereld als minder beschaafd en ontwikkeld, maar ook als spannend en mysterieus. Dat dit beeld minder onschuldig is dan het bij Testas misschien nog lijkt, blijkt uit hoe dit oriëntalistische beeld van de Arabische wereld tot op de dag van vandaag doorwerkt in stereotyperingen.
Willem de Famars Testas, 'De put en de oude Sycomoor op de Azbakijja-plaats in Caïro', 1884.
Azbakijja
“De plaats Esbekieh is de point de reunion van de inwoners en der Europeërs. Dezelve is zeer groot, en in de rondte zijn eene menigte van koffijhuizen in de open lucht. Men hoort er ook de Oostersche muziek, die vrij vervelend is: het is zoo wat gekras op dorre instrumenten die bestoven of mogelijk te oud zijn. Enfin, de Egyptenaars schijnen van die muziek te houden en appreciëren zelfs niet de Europesche muziek.”
Tien jaar later, wanneer hij in 1868 terugkeert, blijkt het plein compleet veranderd. Hij trof een stad aan die steeds meer op Parijs of Londen begon te lijken.
Toen Testas in 1884 bij de Tentoonstelling van Levende Meesters in Amsterdam zijn schilderij van de Azbakijja-plaats presenteerde, had hij dan ook niet het verstedelijkte plein uit die tijd geschilderd, maar het groene park dat zoveel indruk op hem had gemaakt toen hij jong was. Hij baseerde zich op zijn inmiddels 25 jaar oude reisschetsen.
Willem de Famars Testas, 'Een hoogwaardigheidsbekleder uit het Oude Egypte op weg om een bezoek af te leggen', 1860-1872.
Oude Egypte
Testas beperkte zich niet tot het eigentijdse Egypte. Hij riep in zijn werk ook het oude Egypte tot leven, gebaseerd op zijn schetsen en aantekeningen van tijdens zijn reis. In een grote aquarel van een hoogwaardigheidsbekleder op een strijdwagen getrokken door twee paarden, is bijvoorbeeld een decoratie in het graf van Amenhotep-Sise in Thebe te herkennen dat hij in 1859 bezocht: van de kleding en haarkleur van de ruiter, de vorm en decoratie van zijn wagen, tot de attributen van zijn begeleiders.
Ook in de harpspeler bij de poort is een decoratie uit een ander oud-Egyptisch monument te herkennen. Tijdens zijn werkzaamheden bij het heel precies in kaart brengen en kopiëren van het graf van Ramses III in de Vallei der Koningen, bracht Testas meerdere nachten door in een van de grafkamers:
“Mijn slaapvertrek was een van de 8 vertrekken die in het voorgedeelte van het graf te vinden zijn. In mijn vertrek waren twee blinde harpspelers, die reeds gedurende een paar duizend jaren de vingers op de snaren hebben zonder een klank voort te brengen, hetgeen jammer is: gaarne zou ik een Egyptische air hebben willen hooren!”
Emile Prisse d’Avennes L’Histoire de l’Art Egyptien, 1877.
Collectie Teylers Museum.
Willem de Famars Testas (1834-1896), Egyptische hoogwaardigheidsbekleder legt een bezoek af, getekend naar een decoratie in het graf van Amenhotep-Sise in Thebe, 1859.
Collectie Rijksmuseum Amsterdam.
De eeuwenoude muurschilderingen zijn in werkelijkheid verweerd en beschadigd. In de boeken van Prisse d’Avennes zijn ze gereproduceerd alsof ze gisteren gemaakt zijn, met frisse kleuren en waar nodig met wat fantasie aangevuld. Om deze reproducties te maken, werden muurdecoraties zoals deze niet alleen heel precies door Testas nagetekend. Ook fotografie werd toegepast, maar deze methode was nog niet ontwikkeld genoeg in het midden van de 19de eeuw om te gebruiken in de donkere grafkamers. Daarom werden door Testas en de andere expeditieleden ook afdrukken van reliëfs gemaakt door er vochtig papier tegenaan te drukken. Een veel snellere reproductiemethode dan natekenen.
Willem de Famars Testas, 'Egyptische graven te Thebe', 1861.
Tijdens zijn werk in de graven van Zuid-Egypte kwam Testas ook in aanraking met een nieuw fenomeen in zijn tijd. Meer en meer toeristen uit Europa en Amerika kwamen naar Egypte om de piramides, tempels en graftombes te bezoeken. Niet lang na Testas’ eerste reis naar Egypte zou Thomas Cook (1808-1892) de eerste geheel verzorgde Nijlcruises gaan aanbieden. Testas had geen hoge pet op van deze reizigers, maar hun gedrag is ook voor de hedendaagse toerist nog erg herkenbaar.
“Deze tempel is zeer merkwaardig; zij hebben er niet meer als 10 minuten doorgebracht, juist de tijd om tot aan het einde te wandelen en terug. Op die manier ziet men niets.”
De tentoonstelling 'Yalla Yalla! Zie je in Egypte' is van 19 oktober 2024 t/m 9 februari 2025 te zien.
Auteur
Terry van Druten, Hoofdconservator Kunstverzamelingen