Over duiven en dieven
Wetenschappelijke rivaliteit en de kunst van misleiding
Teylers Museum heeft in november 2022 een bijzondere aquarel van een paradijsvogel van de Franse kunstenaar Pauline Knip-Rifer de Courcelles (1781-1851) verworven. Zij was gespecialiseerd in natuurhistorische illustraties, een onderwerp waarin ze schitterde als een van de meest talentvolle illustratoren van het begin van de negentiende eeuw. Dit was het gouden tijdperk van de botanische en zoölogische iconografie. Vele exotische dieren en planten arriveerden uit verre landen, vooral gekoloniseerde gebieden, en Europese natuurwetenschappers wilden maar heel graag hun naam aan de nieuw opgedane kennis koppelen. Desnoods door vervalsing en diefstal.
Pauline Knip-Rifer de Courcelles, Paradijsvogel (Uranornis rubra) op een tak, 1811.
Het duivenboek van Temminck
Coenraad Jacob Temminck (1778-1858) was een Amsterdamse patriciër en een vogelkenner. Zijn collectie, vol met exotische vogels opgezet volgens de nieuwste taxidermische technieken, was wereldberoemd. Als voorbereiding voor zijn nieuwe boek over hoenderachtige vogels (fazanten, kippen en dergelijke) reisde Temminck in 1807 naar Parijs. Een toevallige ontmoeting met de getalenteerde kunstenares Pauline Rifer de Courcelles zou zijn plannen voorgoed veranderen. Zij had een portfolio met prachtige tekeningen van duiven die zo’n indruk maakten dat Temminck besloot om een samenwerking met haar aan te gaan. De fazanten mochten wel even wachten.
Na goed overleg werd besloten dat De Courcelles voor de tekeningen zou zorgen en dat Temminck het wetenschappelijk bewerken en beschrijven van de soorten voor zijn rekening zou nemen. Omdat het boek in Parijs gedrukt zou worden, zou de kunstenares toezicht houden op de productie en distributie van het werk, de Histoire naturelle générale des pigeons. Het boek zou in afleveringen verschijnen, zoals gebruikelijk was voor kostbare geïllustreerde werken. Temminck keerde tevreden terug naar Amsterdam.
Pauline Knip-Rifer de Courcelles, 'Colombi-Galline Goura', in 'Histoire naturelle générale des pigeons', 1808.
Signatuur van Pauline de Courcelles voor en na haar huwelijk met Joseph Knip.
Les pigeons par Madame Knip
Eenmaal thuis ging Temminck aan de slag. Hij stuurde de wetenschappelijke inleiding over duiven en de beschrijvingen van soorten naar Parijs. De Courcelles stuurde Temminck gedrukte afleveringen met de platen. De eerste verschenen in 1808. So far so good. Maar toen Temminck terugkeerde naar Parijs in 1811 brak de hel los. Hij ontdekte dat De Courcelles, inmiddels getrouwd met de Nederlandse kunstenaar Joseph August Knip (1777-1847), de wetenschappelijke bijdrage van Temminck eruit gehaald had. Haar platen werden als het voornaamste onderdeel van het boek gepresenteerd. Ze had zelfs haar naam als eerste en veel groter op de titelpagina gezet: Les pigeons par Madame Knip, née Pauline de Courcelles; le texte par C.J. Themminck. Om het nog erger te maken werd Temmincks naam verkeerd geschreven. Vanaf de negende aflevering werd zijn naam niet meer op het titelblad vermeld.
Temminck was razend. Hij stuurde boze brieven naar kranten en collega’s overal in Europa, maar het mocht niet baten. Pauline Knip was inmiddels bevriend geraakt met keizerin Marie Louise (1791-1847), de echtgenote van Napoleon Bonaparte (1769-1821). Joseph August Knips benoeming als ‘Premier peintre d’Histoire Naturelle’ (Hoofdschilder van Natuurlijke Historie) bood haar machtige bescherming. De samenwerking met Temminck werd beëindigd en madame Knip werkte verder aan haar duivenboek, nu met teksten door de Franse natuuronderzoeker Florent Prévost (1794-1870).
Titelpagina van Coenraad Jacob Temminck (auteur) en Pauline Knip-Rifer de Courcelles (illustrator), 'Histoire naturelle générale des pigeons', 1808.
Titelpagina van Pauline Knip-Rifer de Courcelles' 'Les Pigeons', 1838.
De afleidingsmanoeuvre
Hoe kon Madame Knip hier zo lang ongehinderd mee doorgaan? Ze liet afleveringen met de afgesproken teksten en titelpagina’s doorsturen naar Temminck, die nietsvermoedend zijn werk voortzette in Amsterdam. Deze afleidingsmanoeuvre zou verre gevolgen hebben: er verschenen twee versies van hetzelfde boek, Knips Les pigeons en Temmincks Histoire naturelle générale des pigeons, waarin dezelfde duivensoorten verschillende wetenschappelijke namen kregen. Maar van wie was dan de auteursnaam die bij de duivensoorten hoorde? Temminck, Temminck en Knip, Knip en Temminck, of alleen Knip? Hiervoor gelden strenge regels, opgesteld door de International Commission on Zoological Nomenclature. Meestal wordt de naam van degene die als eerste publiceert beschouwd als de auteursnaam van de soort. Dit boek, met twee versies die beide op verschillende momenten en in afleveringen verschenen, heeft voor veel verwarring gezorgd in de wetenschap.
Na dit debacle pakte Temminck zijn werk over hoenderachtigen weer op. Hij publiceerde de driedelige Histoire naturelle générale des pigeons et des gallinacés in een bescheiden formaat, met slechts enkele eenvoudige zwart-witte kopergravures. Zijn collega’s waren er eigenlijk blij mee, want dit was een veel goedkopere editie dan het duivenboek. De directeur van het Museum van Zoölogie in Berlijn, Karl Illiger, schreef: ‘Ik feliciteer ons, arme ornithologen, voor wie dure werken verboden blijven, want uw waardevolle kennis over deze interessante vogels is nu voor ons toegankelijk.'
Het duivenboek van Teylers Museum is een van de weinige overgebleven kopieën van de originele eerste versie van Temminck, met 40 originele tekeningen van Knip en 34 tekeningen van kunstenaar Jean-Gabriel Prêtre (1768-1849).
Coenraad Jacob Temminck, 'Histoire naturelle générale des Pigeons et des Gallinacés', 1813.,
Pauline Knip-Rifer de Courcelles, 'Colombi-Galline Goura', in 'Histoire naturelle générale des pigeons', 1808.
Auteur
Eulàlia Gassó Miracle, conservator wetenschappelijke collecties.