Van wetenschap tot emancipatie
Invloedrijke vrouwen in het leven van Hendrik Antoon Lorentz
Hendrik Antoon Lorentz (1853-1928) was van onschatbare waarde voor Teylers Museum, waar hij van 1912 tot zijn dood als curator van het natuurkundig laboratorium werkte. Vóór zijn aanstelling bij het museum was hij een invloedrijke hoogleraar in Leiden en een steunpilaar voor de vrouwenbeweging. Verschillende vrouwen in zijn leven speelden een cruciale rol in deze bewegingen. Samen werkten zij aan de vooruitgang van zowel de wetenschap als de vrouwenemancipatie.
'Wees zoo goed er eens over te denken en je licht niet onder de korenmaat te zetten, maar braaf te komen meestrijden.'
Aletta en Hendrik
Hendrik Lorentz begon zijn natuurkundige carrière in Leiden, waar hij als de eerste hoogleraar in de theoretische natuurkunde van Nederland lesgaf aan de universiteit. In 1881 trouwt hij met de Amsterdamse Aletta Catharina Kaiser (1858-1931), een nicht van de beroemde Leidse sterrenkundige Frederik Kaiser (1808-1872). Aletta zet zich vanaf het moment dat ze bij Hendrik in Leiden komt wonen actief in voor de Leidse vrouwenbeweging, die vooral werd gedragen door vrouwen uit hogere kringen met banden in de academische wereld. De natuurkundige Adriaan Fokker (1887-1972), die in 1913 promoveerde bij Hendrik Lorentz en het stel goed kende, schreef in 1946: ‘Aletta was een ingetogen vrouw, ietwat streng misschien in haar opvattingen. De opkomende stroming voor de emancipatie van de vrouw vond in haar een overtuigde voorstander en verdedigster.’
Aletta Catharina Lorentz-Kaiser en Hendrik Antoon Lorentz.
Berta en de familie Lorentz (boven); Berta (tweede van rechts) tijdens de oprichting van de 'Vereeniging voor Vrouwelijke Studenten te Leiden' (onder).
Van kinderopvang tot vrouwenkiesrecht
Hoewel het voor getrouwde vrouwen als Aletta Lorentz-Kaiser uit de hogere stand taboe was om betaalde arbeid te verrichten, zet zij zich allereerst in voor de kinderen van werkende moeders. In 1885, het jaar waarin haar eerste dochter Geertruida Luberta (Berta, 1885-1973) geboren wordt, wordt ze secretaris van de ‘Vereeniging tot verzorging van kleine kinderen’, die een crèche opzette met als doel de opvoeding en gezondheid van jonge kinderen te verbeteren.
Ook de strijd voor het vrouwenkiesrecht vindt in Aletta Lorentz-Kaiser een gepassioneerde voorvechter. In 1900 wordt Aletta penningmeester van de Leidse vrouwenkiesrechtvereniging. Zij probeert het ledenaantal te vergroten door universitaire collega’s van Hendrik Lorentz aan te spreken, een ‘proffenjacht’ zoals ze dit zelf noemde. In een brief aan jurist en voorzitter van de vereniging Lizzy van Dorp (1872-1945) schrijft Lorentz-Kaiser over haar toewijding aan de zaak: ‘Ik ben tegenwoordig enkel vrouwenkiesrecht […]. Zoetjes aan doortrekken we met onze denkbeelden de heele universiteit.’
Aletta en Hendrik waren tevens betrokken bij de ‘Vereeniging voor Vrouwelijke Studenten te Leiden’, waar hun dochter Berta in het bestuur zat. Deze vereniging begon als een vrouwelijke leesclub, waarover de wiskundige en medebestuurslid Elisabeth Vreede (1879-1943) in 1910 schreef: ‘Het Leesgezelschap deed een portefeuille circuleeren met literarische en feministische tijdschriften, waarvan de meeste welwillend waren afgestaan door Prof. Lorentz.’
Hendrik Lorentz hielp de vrouwenbeweging regelmatig. Zo begeleidde hij vanaf zijn aanstelling bij Teylers Museum de eerste vier vrouwelijke promovendi in de natuurkunde in Leiden: Johanna Reudler (1880-1962), Eva Bruins (1885-1966), Hendrika van Leeuwen (1887-1974) en zijn eigen dochter Berta, die in 1912 promoveerde op het proefschrift Over de theorie van de Brown’schen beweging en daarmede verwante verschijnselen, het eerste onderzoek naar de browniaanse bewegingen van elektronen.
Hendrika Johanna van Leeuwen
Dat het niet makkelijk was om als jonge vrouw binnen de overwegend mannelijke universiteit haar ‘mannetje’ te staan, ondervond Hendrika Johanna van Leeuwen, die in 1917 bijna stopte als assistent van Lorentz aan de universiteit. De opvatting heerste namelijk dat haar baan eigenlijk aan een man, namelijk Adriaan Fokker, zou moeten toebehoren. Haar promotor Lorentz was het daar niet mee eens en zodoende voltooide ze in 1919 haar proefschrift over magnetisme.
Hendrika Johanna van Leeuwen, titelpagina van ‘Vraagstukken uit de Electronentheorie van het Magnetisme’, 1919.
Hendrika Johanna van Leeuwen, dankwoord van ‘Vraagstukken uit de Electronentheorie van het Magnetisme’, 1919.
Van Leeuwen benadrukte de goede band met haar promotor in haar proefschrift en in een krantenartikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Naar aanleiding van het gouden doctoraat van Lorentz in 1925, waarbij Van Leeuwen ook aanwezig was, schreef ze: ‘Voor ons, zijn leerlingen, was niet alleen de groots onderzoeker, maar ook de vriendelijke, opgewekte mensch met strenge plichtsbetrachting, beminnelijke eenvoud en warme belangstelling voor allen om hem heen, tot voorbeeld. Menig groot physicus heeft zich verheugd, zich korter of langer tijd onder professor Lorentz’ leerlingen te scharen.’ In 1947, zevenentwintig jaar nadat ze begon als assistente aan de Technische Hogeschool te Delft (nu de TU Delft), werd Hendrika van Leeuwen aldaar benoemd tot de eerste vrouwelijke lector theoretische en toegepaste natuurkunde.
Hendrika van Leeuwen, groepsfoto tijdens de viering van het gouden doctoraat van Lorentz, in het gebouw van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem.
AIP Emilio Segrè Visual Archives.
'Overwin je en wordt het strijden niet moe'
Hoewel al deze vrouwen een aanzienlijke maatschappelijk en wetenschappelijke bijdrage hebben geleverd, ontvingen ze niet altijd bijstand. Lizzy van Dorp, een ongetrouwde en hoogopgeleide vrouw, klaagde over de overheersende mannenwereld binnen de universiteit. Aletta Lorentz-Kaiser, als moeder van eveneens geleerde dochters, moedigde haar aan met de woorden: ‘geef een goed voorbeeld, overwin je en wordt het strijden niet moe, niet alleen voor je eigen moeder, maar ook al die meisjes die ja komen en onbewust enigszins het pad van hun voorgangsters zullen gaan.’ Door de steun van mannen als Hendrik en het doorzettingsvermogen van vrouwen zoals Aletta, Berta, Hendrika en Lizzy, zijn zij een inspiratiebron geweest voor toekomstige generaties en hebben ze bijgedragen aan een betere leefwereld en vrouwenrechten.
Auteur
Femke Valkhoff, kunsthistoricus.
Bronnen
Abel Streefland, 'Hendrik Antoon Lorentz: De Haarlemse jaren van een wereldberoemd wetenschapper, 1909-1928', Teylers Magazijn, jaargang 36 (2017, voorjaar), nr. 131.
Agnes van Steen, '"Vol moed en blakende ijver": Aletta Lorentz-Kaiser en de vrouwenbeweging in Leiden, 1881-1912', Jaarboek Dirk van Eck (2011), pp. 124-166.
Margriet van der Heijden, Ongekend: Over vrouwen in de natuurwetenschap die over het hoofd werden gezien (Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds, 2022).